Op het grote fronton dat de orgelkast bekroont staan drie beelden. Het middelste stelt koning David voor, met harp en scepter. Links en rechts staan twee vrouwen. De linker, zingend met een boek in de hand, symboliseert wellicht de zangkunst. De rechter, met portatief, de speelkunst. In het fronton is een positief afgebeeld, waaromheen engelenfiguren.