Twee etmalen korren in de Eurogeul: Trok de kotter OD7 door een mammoetkerkhof?
Urk, 3 december 2011: vandaag een kort bezoek gebracht aan het laboratorium van “North Sea Fossils” op Urk. De reden van het bezoek was een aantal foto’s te maken van een enorme hoeveelheid opgeviste pleistocene botten. Opgevist in de afgelopen twee weken door de bemanning van de boomkorkotter OD7 met schipper Jaap Klijn uit Stellendam. De bijvangsten van deze kotter had ik al vaker gefotografeerd. Logisch, want deze kotter is al verschillende keren ingezet voor het gericht vissen naar overblijfselen van fossiele zoogdieren. Onder anderen voor de kust van de provincie Zuid-Holland, met name in het Eurogeulgebied (Euro/Maasgeul en het zandwingebied van Maasvlakte 2). Maar deze keer was het toch wel heel bijzonder.
Het is een van de laatste weken dat deze kotter actief is geweest in dit deel van de Noordzee. De OD7 is van eigenaar gewisseld en vertrekt voor het einde van 2011 naar Ierland. Dat was een van de redenen. De andere reden is dat in de afgelopen weken deze kotter twee keer actief aan het vissen geweest is in het Eurogeulgebied. Nee, niet vissen voor de wetenschap, maar gewoon, op platvissen zoals bijvoorbeeld tong en schol. De bijvangsten van twee maal vierentwintig uur in het genoemde gebied waren ongekend. Naast ruim dertig (!) viskisten met kleinere skeletdelen van mammoeten, neushoorns, rendieren, wilde paarden, reuzenherten, hyena’s en andere dieren van de mammoetsteppe, een groot aantal grote skeletdelen. Dat zijn bovenkaken, onderkaken, opperarmbeenderen, dijbeenderen, bekken- en schouderbladdelen en ook enorme slagtanden! In zo’n korte tijd zoveel fossiele beenderen omhooghalen hebben deskundigen als Albert Hoekman, Klaas Post en Dick Mol nog nooit meegemaakt. Zij houden zich al vier decennia lang bezig met Noordzee-onderzoek. Ongekend, volgens hen. En, het toont maar weer eens aan hoe rijk de Noordzee is.
Nee, de OD7 is niet door een mammoetkerkhof getrokken volgens de deskundigen. De kotter heeft gekord in een gebied dat ooit is volgestroomd met sedimenten aangevoerd door de oer-Rijn en oer-Maas, ergens tussen 100.000 en 10.000 jaar geleden. In een tijdspanne dat noordwest Europa deel uitmaakte van een koude, droge en boomloze steppe, aangeduid als mammoetsteppe. Grote grazers als mammoeten en neushoorn, maar ook door roofdieren als leeuwen en hyena’s kwamen van die droge steppe naar de delta’s van de rivieren om te drinken. Sommige dieren zijn in dit gebied gestorven en als fossiel bewaard gebleven. En er hebben heel veel van die dieren hier rond gelopen. Dat tonen die opgeviste skeletdelen overduidelijk aan. En dat ze hier geleefd hebben en uiteindelijk gestorven zijn blijkt uit die “fossil record”: er zijn resten gevonden die aan een en hetzelfde dier hebben toebehoord en van dieren van alle verschillende leeftijdsklassen. Dat is heel mooi af te lezen aan de kaken waarin de gebitselementen bewaard zijn gebleven. Ik begrijp dat het in het late deel van het ijstijdvak hier voor de kust van Zuid-Holland, toen de zee nog hele andere kustlijnen kende, hier een soort paradijs geweest is voor giganten uit die IJstijd. Ik heb vandaag mijzelf als een bevoorrecht fotograaf gezien om een dergelijke hoeveelheid opgeviste beenderen, nog ongesorteerd te mogen fotograferen. Volgens mij heel uniek!