De niet-Israëlische profeet Bileam wordt door de koning van Moab op pad gestuurd om de Israëlieten te vervloeken, die immers uit Egypte in opmars zijn. Bileam gaat op pad op zijn ezel. Een engel met getrokken zwaard verspert zijn weg, maar Bileam ziet die niet, de ezel eens te meer. Die belet drie maal de voortgang waarop Bileam hem afranselt. De ezel richt het woord tot hem en zegt “Wat heb ik u misdaan, dat u mij nu driemaal geslagen hebt?” Bileams ogen worden geopend, hij ziet de engel, die zegt “de ezelin heeft mij gezien en driemaal is ze voor mij uitgeweken. Als ze niet voor mij was uitgeweken, zou ik u nu zeker hebben gedood, maar haar zou ik hebben laten leven." De woorden die Bileam zal spreken zijn zegeningen, geen vervloekingen.
Schenker: het Gilde van vlees- of beenhouwers uit Gouda
Glazenier: medewerkers van het atelier van Dirck Crabeth (Gouda) naar eigen ontwerp? – vóór 1572