De man op de voorgrond is de priester Abjatar, die een goddelijk orakel namens toekomstige koning David (achter hem) vroeg wat te doen. Het antwoord, nog niet volledig zichtbaar op het bordje, was "naar Hebron". David zou daar tot koning worden gezalfd.

Gesteld wordt dat het afbeelden van Abjatar een waarschuwing vormt voor Amsterdamse predikanten. Wikipedia: "Abjathar was David altijd trouw gebleven, maar dat was hij niet tegenover de nieuwe koning Salomo, de zoon van David. Hij sloot zich aan bij een samenzwering van Davids oudste zoon Adonia, die plannen beraamde om zelf de troon te bestijgen. Toen de samenzwering mislukte, werd Sadok in de plaats van Abjathar als hogepriester aangesteld[10] en werd Abjathar naar Anatot verbannen. Hiermee ging de hogepriesterlijke dynastie van het geslacht van Eli over naar het geslacht van Eleazar. Zo werd de profetie vervuld in 1 Samuël 2:31, geuit tegen hogepriester Eli: Zie, de dagen komen dat Ik uw arm zal afhakken, en de arm van uw familie, zodat er geen oud man in uw huis zijn zal." Zo de predikant niet (h)erkende dat de Amsterdamse magistraat de hegemonie in het land kan uitoefenen, dan kon het hem overkomen als Abjatar.