De larven van deze kever ontwikkelen zich gedurende een jaar in het rottende hout van afgestorven loofbomen.
De 6 tot 10 millimeter grote kever kun je in mei en juni op bloemen en hout aantreffen.
Kenmerkend zijn de verkorte dekschilden.
De vrouwtjes zijn te herkennen aan de legboor op het achterlichaam.