In het apocriefe Bijbelboek Maccabeeën wordt beschreven hoe een poging door kanselier Heliodorus de tempelschat in Jerusalem te annexeren ten behoeve van “Seleucus, koning van Azië” wordt verijdeld doordat hogepriester Onias om interventie bidt. Een paard verschijnt, geflankeerd door twee jongelingen. Statenbijbel: “een paard gezien, met een zeer schoon dek versierd, waarop een zat, die schrikkelijk was, hetwelk sterk rennende zijn voorste voeten op Heliodorus geworpen heeft, en die daarop zat scheen een gouden harnas aan te hebben. En daar verschenen voor hem nog twee andere jongelingen, uitmuntend in sterkte, en zeer schoon in heerlijkheid, en sierlijk in kleding, die ook staande elk aan een van zijn zijden, hem zonder ophouden geselden, hem vele slagen gevende.” Heliodorus komt niet meer bij, tot Onias opnieuw bidt en hij geneest, terugkeert naar zijn koning en daar getuigt van de werken Gods.
De schenker wordt beneden biddend afgebeeld, hij was voor de komst van Alva leider van de katholiekgezinden. Achter hem St. Laurens met martelaarspalm en het rooster dat zijn marteling verbeeldt.
Schenker: Erik, hertog van Brunswijk en Lunenburg, vrijheer van Liesveld, heer van Woerden
Ontwerper en glazenier: Wouter van Crabeth (Gouda) -1566