Sanatorium Zonnestraal was een sanatorium in de Nederlandse gemeente Hilversum. Het complex was oorspronkelijk bestemd voor diamantslijpers die tuberculose hadden opgelopen. Het werd ontworpen door de architect Jan Duiker, in samenwerking met Bernard Bijvoet en Jan Gerko Wiebenga. Het hoofdgebouw werd geopend op 12 juni 1928. Het Ter Meulen-paviljoen werd tegelijkertijd geopend met het hoofdgebouw, het Dresselhuys-paviljoen volgde in 1931. In 1957 werd Zonnestraal een ziekenhuis en ging verder als Algemeen Ziekenhuis Zonnestraal te Hilversum.
Zonnestraal beslaat circa 120 hectare, en ligt in het Loosdrechtse Bos. Het complex was van 2010 tot 2018 een officiële kandidaat voor de werelderfgoedlijst van de UNESCO, maar werd van de lijst afgevoerd.[2] In 2018 droeg woningbouwcorporatie 'De Alliantie', die landgoed Zonnestraal met de monumentale bebouwing sinds 2006 in bezit had, over aan 'Zonnestraal Hilversum BV'. Dit is een onderdeel van de Óbidos-vastgoedmaatschappij. Delen van het complex hebben nog een gezondheidszorg gerelateerde functie.
Zonnestraal is gebouwd in beton, met stalen raamsponningen en enkel glas. Duiker heeft zijn standaardkleuren gebruikt: wit, zwart en een specifieke kleur lichtblauw, het zogenoemde "Duiker-blauw". Het complex is een beroemd voorbeeld van het nieuwe bouwen. Toen het werd ontworpen, dacht men dat tuberculose binnen dertig jaar uitgeroeid zou zijn. Zonnestraal werd daarom ontworpen voor een relatief geringe levensduur. Omdat later werd ingezien dat de gebouwen waarde hebben als monument, is vanaf de jaren negentig een omvangrijk restauratieprogramma in gang gezet (kostprijs 12 miljoen gulden).[3] De restauratie wordt uitgevoerd aan de hand van plannen van de architecten Hubert-Jan Henket en Wessel de Jonge die de stijl van het oorspronkelijke ontwerp willen respecteren. Op het landgoed worden weer diverse vormen van zorg aangeboden. Het hoofdgebouw is sinds mei 2004 in de oude glorie hersteld.
De architect J.J. Jelles, in wiens werk men de verworvenheden van het nieuwe bouwen of de nieuwe zakelijkheid het meest terugvindt, werd ronduit lyrisch als hij dacht aan Sanatorium Zonnestraal:
"Uit een tijd van chaos is kristalhelder Zonnestraal ontstaan. Een verschijning uit een denkwijze die nieuw was voor het waarneembaar maken van de structuur in samenleven. Een denkwijze, die opende en insloot: uit een niet herkenbare veelheid, chaos, met intelligent stellen van de opgave, bevrijdend te vereenvoudigen tot de kern en gelijkertijd weer tot een herkenbare veelheid te komen: orde in een nieuwe verhouding."
Duidelijk en direct zijn verhouding en ligging ten opzichte van elkaar: grote eetzaal, kleine conversatiezaaltjes, gangen, muren, paden, terrassen, trappen en balkons.
Een sanatorium voor mensen, die kort en geleidelijk langer op mogen zijn, rond kunnen lopen en rusten om ten slotte weer enkele uren bezig te zijn op het terrein (onder andere in werkplaatsen).
Plan en constructie hebben een maateenheid van 1,50 m:
1 × 1,50 m gang, balkonbreedte,
1/2 × 1,50 m deur, glasmaat puien,
3x3m eenpersoons ziekenkamer.
Duiker heeft in 1928 door deze nieuwe verhoudingen te realiseren in deze nieuwe "hoogwaardige" materialen, ineens de grote stap gedaan naar "het nieuw beleven van ruimte."
Restauratie
Op een internationale conferentie aan de T.U. Eindhoven (sept 1990) rond de restauratie van beschermde monumenten van het nieuwe bouwen lichtte architect Wessel de Jonge de bijzondere aanpak ervan toe. Bij de restauratie van Sanatorium Zonnestraal zouden bijvoorbeeld geen gegalvaniseerde ramen aangewend worden. Het behandelen van de ramen door de patiënten zou deel van de therapie uitmaken.