Fortuyn verliet kort na 18.00 uur de studio van Radio 3FM op het Media Park in Hilversum, waar hij kort tevoren interviews namens zijn partij LPF had gegeven. De laatste persoon die hem interviewde was Filemon Wesselink, die op dat moment stage liep bij 3FM. Fortuyn werd op weg naar zijn auto neergeschoten.[1] Ooggetuigen waren onder anderen Fortuyns gelegenheidschauffeur en kandidaat-Tweede Kamerlid Hans Smolders, een woordvoerder van de LPF, en radiopresentatoren Ruud de Wild en Jeroen Kijk in de Vegte. Reanimatie mocht niet meer baten; Fortuyn overleed kort na de aanslag. Hij is 54 jaar oud geworden.
De dader werd even later enkele straten verderop, na onder meer door Smolders te zijn achtervolgd, door twee agenten gearresteerd. De aangehouden man werd door de politie geïdentificeerd als Volkert van der Graaf, een Nederlander van toen 32 jaar, woonachtig in Harderwijk. Hij had ten tijde van de moord geen strafblad en was werkzaam voor de milieubeschermingsorganisatie Vereniging Milieu-Offensief. Hij hield zich in die tijd met enig succes bezig met juridische procesvoering tegen milieu-overtredingen door met name boeren en tegen dierenmishandeling. Ook controleerde hij vaak eigenhandig of veehouders en boeren de vereiste milieuvergunningen hadden. Als motief voor de moord verklaarde Van der Graaf dat hij Pim Fortuyn zag als een gevaar voor de zwakkeren in de maatschappij.
De gevolgen
De moord op Pim Fortuyn leidde in Nederland tot geschokte reacties en geweld. Onder meer in Den Haag braken rellen uit, waarbij een auto in de parkeergarage onder het Plein (bij het Binnenhof) in brand werd gestoken. Ook buitenlandse media besteedden veel aandacht aan de moord.
De dag na de aanslag besloot het demissionaire kabinet-Kok II dat de nationale verkiezingen op 15 mei moesten doorgaan. De verkiezingscampagne kwam evenwel een week lang tot stilstand.